De kracht van een sterk lokaal JOGG-werknet
Vier scholen in de gemeente Neder-Betuwe gaven aan interesse te hebben in een watertappunt. Reden voor JOGG-regisseur Joris Maier om na te gaan hoe hij zijn werknet kon inzetten om dat mogelijk te maken.
Jaarlijks bezoeken JOGG-regisseur Joris Maier en GGD Gezondheidsmakelaar Jeugd Charlotte Wouters samen alle basis- en VO-scholen in Neder-Betuwe, om te luisteren en te informeren. ‘Waar hebben jullie behoefte aan?’, zo openen ze die gesprekken. Die behoeften verschillen vaak per school, maar hij merkt ook geregeld dat bepaalde vragen en wensen op meer plekken leven, zoals de behoefte aan ondersteuning op drinkwaterbeleid en hierbij ook de vraag naar de watertappunten. Of de zoektocht naar manieren om leerlingen in de pauzes en tussenuren te verleiden op het schoolplein te blijven en meer te laten bewegen.
Unieke watertappunten
‘Ik heb de scholen ondersteuning geboden bij het drinkwaterbeleid. Daarnaast ben ik voor die watertappunten begonnen bij de bedrijvenaccountmanager van de gemeente Neder-Betuwe, heb daar gevraagd: weten jullie toevallig een lokaal bedrijf dat kan adviseren en meedenken rondom het faciliteren van watertappunten? Je kunt natuurlijk een kant-en-klaar product ergens bestellen of kijken of de vraag lokaal kan worden ingevuld. Dat laatste had mijn voorkeur.’ Dat bedrijf bleek er te zijn. ‘We, de wethouder en ik, hebben het bedrijf een brief gestuurd. Niet veel later zaten we aan tafel. Eigenlijk was er meteen een klik. Ze begrepen onze wens en vonden het leuk een eigen “Neder-Betuws ontwerp” te maken. Ook belangrijk voor ons en voor de scholen was dat dit alleen mogelijk was als het betaalbaar zou zijn.’
In korte tijd werd Joris wegwijs gemaakt in de mogelijkheden. ‘Het begon simpel. Er zijn twee soorten watertappunten: losstaand of een muurvariant. Na enig onderzoek bleek dat de muurvariant voor deze scholen beter is, want betaalbaarder, praktischer en steviger.’ Zo ontstonden inderdaad eigen Neder-Betuwse tappunten die uiteraard ook door een ander lokaal bedrijf worden geïnstalleerd. ‘Niet lang daarna kwamen vergelijkbare verzoeken van vier voetbalverenigingen uit de gemeente. Ook zij hebben inmiddels tappunten via dit ontwerp kunnen realiseren.’ En Joris verwacht dat er binnenkort nog meer scholen en verenigingen hun interesse kenbaar zullen maken. ‘Dat zal wel deels afhangen van de vraag of de subsidieperiode op deze voorziening verlengd wordt.’.
Minder rommel, meer bewegen
Een groot lokaal werknet opbouwen, signalen van partners goed oppakken en vervolgens slim nagaan hoe je die signalen kunt verbinden, dingen samen kunt voegen. Zo kun je de werkwijze van Joris Maier samenvatten. Twee verschillende signalen bereikten hem: de lokale afvalverwerker AVRI merkte op dat op bepaalde ‘schoolroutes’ relatief veel zwerfvuil werd aangetroffen, snoeppapiertjes, blikjes, dat soort zaken. Tegelijk gaven verscheidene scholen aan graag te willen proberen hun leerlingen te verleiden op het schoolplein te blijven en te stimuleren meer te bewegen. ‘Grappig genoeg kwam een mogelijke oplossing voor beide zaken via mijn stagiair Gerjan van Stralen, een student die met twee medestudenten een zeer succesvolle minionderneming had opgezet. Het begon als een project voor zijn studie, maar het ging dermate goed dat ze ermee door zijn gegaan.’ Zijn product: QR-Fit. Heel simpel, eigentijds en leuk: een QR-code die je met je mobiel kunt scannen en je vervolgens uitdaagt in beweging te komen. Voor alle niveaus, van beginner tot gevorderde, maar vooral heel goed aansluitend bij jongeren, die in de regel veel op hun smartphone zitten. ‘Komend schooljaar, vanaf september, gaan de drie VO-scholen in onze gemeente meedoen met een pilot met QR-Fit. Met als doel in eerste instantie het stimuleren van de jeugd om meer te bewegen en lekker op het plein te blijven. En tegelijk hopen we dat dit ervoor zorgt dat het afval op straat vermindert. En voor stagiair Gerjan wordt dit zijn afstudeerproject!’
Vanuit Gedeeld Eigenaarschap benadrukt Joris het belang van het betrekken van de leerlingen zelf bij de pilot. ‘Dat probeer ik altijd voor ogen te houden: niet iets voor een ander gaan bedenken, maar het echt samen oppakken. Hoe meer de leerlingen zelf mee kunnen denken en kunnen bijdragen, hoe beter de plannen en hoe meer het iets van henzelf wordt. Net als bij de watertappunten: die hebben we samen vervaardigd, volgens eigen ontwerp. En ook hier kiezen we voor lokaal maatwerk.'