Naar het nieuwsoverzicht
Nieuws, 11 mei 2021

Het is tijd voor een leefstijltransitie

JOGG en Sociaal Werk Nederland stellen: de noodzaak om ons “uit de coronacrisis te investeren” biedt een kans om de leefstijltransitie waar te maken. Om te beginnen in de wijken waar de meeste achterstand is, en dus de grootste winst te behalen.

Onze leefomgeving is de afgelopen decennia aanzienlijk veranderd. We worden voortdurend verleid tot het nuttigen van veel en ongezonde voeding en we bewegen steeds minder. De samenleving is ingewikkeld en veeleisend. Het tempo ligt hoog, we hebben veel stress en slapen onvol­doende. Bovendien nemen de gezondheids­verschillen tussen “kansarm” en “kansrijk” in Nederland toe. De coronacrisis vergroot de problemen en maakt de kwetsbare positie van met name bewoners in de achterstandswijken zichtbaarder. Er zijn doemdenkers die geloven dat de coronacrisis het einde der tijden inluidt. De kwetsbaarheid van individu en maatschappij werd immers nog nooit zo scherp blootgelegd. ‘Maar, je kunt de crisis ook zien als een startpunt om alles anders te gaan doen,’ zegt Marjon Bachra, directeur-bestuurder van JOGG. ‘Dit biedt kansen voor alle transities waar we al langere tijd tegenaan hikken, niet alleen de energie- en klimaat­transitie maar ook de leefstijltransitie: de omslag van ongezond naar gezond leven.’

'Gezond kunnen leven moet het uitgangspunt zijn'

Sociale infrastuctuur
Gezond kunnen leven moet in onze samenleving het uitgangspunt zijn, zodat het voor iedereen makkelijk wordt om vanzelfsprekend gezonde keuzes te maken. Om dat te bereiken, moet onze leefomgeving op de schop, en dan vooral daar waar de problemen alleen maar groter worden. ‘In kansarme wijken hebben bewoners al vaker overgewicht of honger,’ stelt Eric van der Burg, voorzitter van Sociaal Werk Nederland. Gezonde voeding, voldoende voeding en sport hebben bij ouders niet altijd prioriteit; ze hebben weinig geld en het ontbreekt ze soms ook aan kennis over gezonde voeding en het belang van bewegen. Door de crisis, de bezuini­gingen en de bestaansstress wordt hun leefstijl nog ongezonder. Van der Burg: ‘Voor veel kinderen en jongeren is het gebrek aan school­structuur en de beperktere ontmoetings­mogelijkheid in het buurthuis, speeltuin of de kinder­boerderij een extra nadeel.’ Het is de kunst om aan te sluiten bij de sociale infrastructuur die in buurten, gemeenten al voorhanden is. En die met bewoners samen te versterken.

Contact met jongeren
Kinder- en jongerenwerkers weten hoe ze in contact kunnen komen met jongeren: ze gaan de buurt in, langs bij school, organiseren iets en knopen een praatje aan. Vervolgens ontstaat er en passant ruimte voor de pedagogische insteek. Het opbouwen van een vertrouwensband vraagt tijd. Bovendien hebben veel jongeren natuurlijk helemaal geen trek in gezonde alternatieven voor snoep, patat of het broodje kroket. ‘Kom langs in het buurthuis, dan krijg je radijsjes en water met komkommer! Jongerenwerkers die dat zeggen, bereiken de jongeren echt niet,’ roept Van der Burg uit. Maar als een jongerenwerker als rolmodel iets organiseert of zegt, of die jongerenwerker vraagt een bekende kickbokser iets te vertellen, dan kan het toch aanslaan. JOGG zag jaren geleden een vergelijkbaar probleem bij sportverenigingen en ontwikkelde daarom de werkwijze Team:Fit. Door samenwerkingen in de sportwereld aan te gaan, met onder meer verenigingen, sportbonden en NOC*NSF, lukte het JOGG om gezonde voedings­producten aan het menu in de sport­kantines toe te voegen. ‘Het gaat erom dat je het vervolgens ook op een laag­drempelige manier presenteert,’ legt Bachra uit. ‘En soms moet je, in een poging om betutteling te voorkomen, het woord gezond loslaten.’

'Een gezonde leefomgeving creëer je samen'

Domeinoverstijgend
Een (on)gezonde leefstijl wordt beïnvloed door talrijke factoren buiten de gezondheidssector. Denk aan de (sociale) vaardigheden die je hebt geleerd, de wijk waarin je opgroeit, de mensen met wie je samenleeft of je financiële situatie. De leefstijltransitie vraagt daarom om een brede investering in een gezondere omgeving. Een investering in een gezonder voedingsaanbod, maar ook in bestaanszekerheid, leefbaarheid van de wijken en de psychosociale gezondheid. Bovendien moeten, zoals de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving al stelde, beleidsmakers verder durven kijken dan wat er kan worden bereikt in één kabinets- of gemeenteraadstermijn. Van der Burg: ‘Zolang de problemen in de kansarme wijken blijven toenemen en de gezondheidsverschillen tussen “goede” en “slechte” buurten alsmaar groter worden, werken we niet aan een structurele verandering.’ Laten we onszelf “uit de coronacrisis investeren”, door energie en geld te steken in een gezondere basis. Samen kunnen we dat waarmaken. ‘De landelijke overheid, gemeenten, het bedrijfsleven, scholen, sportvereni­gingen en sociaalwerk­organisaties hebben een gedeelde verantwoordelijk­heid om een gezonde leefomgeving te creëren voor kinderen en jongeren,’ stellen Bachra en Van der Burg. ‘Alleen zo maak je als samenleving die leefstijl­transitie in de wijken – en uiteindelijk in heel Nederland – mogelijk.’

Uitgeverij Publiek Denken publiceerde bovenstaande bijdrage in het themanummer 'Kabinet aan zet' op 11 mei 2021.

Tekst: Anika van de Wijngaard en Martje Haverkamp