Blog: Beweegruimte in de buurt
In deze reeks blogs delen we persoonlijke ervaringen, kennis en visies van JOGG-medewerkers. Koos Leeuw (programmamanager Buurt) deelt in dit blog zijn droom: een Nederland waarin ieder kind opgroeit in een fijne buurt.
“Hij is er!”, roept mijn vriendin enthousiast uit. Ik kijk verbaasd op vanachter mijn laptop met een vragende blik over wie dit gaat. “De baby van de buren! En alles is goed met moeder en kind”, zegt ze er achteraan. Dat is inderdaad fijn om te horen. Zo’n nieuw mensenleventje zorgt altijd voor opwinding en blijdschap en over een tijdje voor reuring en herrie van racende skelters en stuiterende ballen op de stoep. Ik verheug mij er nu al op.
Onze stoep is namelijk breed genoeg om te spelen en nodigt buurtkinderen uit om met elkaar af te spreken om te krijten, voetballen of fietsen. Ook is er in de nabijheid groen, een speelveldje en kunnen kinderen gebruik maken van het schoolplein. Petje af voor de stedenbouwkundige en ruimtelijke afdeling van mijn stad uit de beginjaren van de 20e eeuw. Er lijkt goed te zijn nagedacht over een gezond stedelijk leven.
Terug naar mijn buren en hun jongste spruit. De derde. Weer een jongen. Zij wonen in het laatste huis van de straat op zo’n 50 meter van ons. Daarachter een spoorlijn met een onderdoorgang naar een andere buurt. Voor mijn buren is het praktisch en logisch om gebruik te maken van opvang & school in de andere buurt. Die buurt, met smalle straten, kleine huizen uit het eerste deel van de 20e eeuw en nieuwbouw uit de jaren ’80 heeft geen lekkere brede stoepen, nauwelijks groen en om het schoolplein heen staat een hoog hek dat afgesloten kan worden. Wel is er een klein betegeld plein met een kapotte basket en een wiptoestel die zo te zien uit een ander tijdperk komen. Al met al weinig uitnodigend voor de kinderen die daar wonen. Hier is ook vast goed nagedacht over een gezond stedelijk leven.
Precies daar wringt de schoen met mijn droom van een Nederland waarin ieder kind opgroeit in een fijne buurt. Het is namelijk niet vanzelfsprekend dat je als kind in een buurt opgroeit met voldoende speelruimte, groen, bomen, water, wandel- en fietspaden, spel- en speelaanleiding. De plek waar je huis staat en de buurt waarin je leeft is een dominante factor voor gezond opgroeien. De ruimtelijke afwegingen die nu gemaakt worden hebben decennialang impact op de inrichting en kwaliteit van de leefomgeving. In gesprekken die ik daar over voer met bouwbedrijven en projectontwikkelaars merk ik een kentering in denken én doen. Zo staat bij een aantal van deze bedrijven gezondheid hoog op de agenda en doen zij concrete aanpassingen in de door hen te ontwikkelen wijken op het gebied van groen, water, spel- en speelaanleiding. Ik ben heel blij met deze koplopers en de kleine stapjes in de goede richting. Maar die gezonde leefomgeving ontstaat niet vanzelf. Het vereist een integrale en interactieve beleidsaanpak waar JOGG zich voor inzet, maar belangrijker nog de inzet van bevlogen lokale politici, scherpe beleidsadviseurs en assertieve JOGG-regisseurs. Die zijn er talrijk in het JOGG-werknet en ik koester de samenwerking met al deze strijders.
Om de droom te realiseren is het van groot belang om gemeenten van inzichten, kennis en praktische voorbeelden van samenwerking met het ruimtelijk domein te voorzien. JOGG helpt om deze inzichten te verkrijgen, kennis te delen en best practices uit te wisselen tussen JOGG-gemeenten. Daarover kan je me altijd bellen. Want ieder kind moet kunnen opgroeien in een fijne buurt en het mag voor mijn buurtjongetje niet uitmaken aan welke kant van de spoorlijn hij straks speelt met z’n vriendjes en vriendinnetjes.