Naar het nieuwsoverzicht
Opinie, 15 oktober 2021

Een gezonde eetomgeving volhouden? bouw aan een community, zorg ervoor dat iedereen mee blijft doen!

Een fastfoodketen pal naast een middelbare school. Dat dreigde te gebeuren in Katwijk. De gemeente en de school wilden dit absoluut voorkomen, maar aanvankelijk leken de mogelijkheden om het tegen te kunnen houden beperkt. Uiteindelijk werden toch de juiste instrumenten gevonden. Het restaurant kwam er niet. Wat wel ontstond was een uitstekende samenwerking tussen de samen optrekkende partijen.

‘Katwijk is een van de drie gemeenten die deelneemt aan de Pilot Eetomgeving Scholen. Hier wisten de school en de gemeente van meet af aan dat ze strijdmakkers zijn, dat ze dezelfde doelen nastreven.’ Fenneke de Graaf
JOGG-regisseur gemeente Katwijk

De Graaf: ‘Wat ik me mede door de pilot nog meer ben gaan realiseren, is hoe de drie sporen van de pilot elkaar versterken en niet zonder elkaar kunnen. Maak je het aanbod van eten en drinken op de school gezond en aantrekkelijk, maar verandert de directe omgeving niet, dan zal het effect beperkt blijven.’ En voor de gemeente geldt: zou die zich alleen op projectbasis bezighouden met het bevorderen van de eetomgeving dan kun je als school geen structurele afspraken met hen maken.

Katwijk draagt in alles uit JOGG-gemeente te zijn en werkt er hard aan om die gezondheidsbevordering te borgen, bijvoorbeeld via de Omgevingsvisie. Het Katwijks college benadert gezondheid al heel integraal. En waar nodig is de gemeente dus ook vasthoudend. ‘Je blijft ook lastige kwesties houden. Hoe kun je bijvoorbeeld paal en perk stellen aan bepaalde ongewenste ambulante handel in de buurt van een school, als het bestemmingsplan dat in principe niet verbiedt, of als de school zich echt vlak bij een winkelcentrum bevindt? Of wat doe je met voedselaanbieders die verder weg liggen, maar wel op de route van en naar school?’ De Graaf hoopt dat die kennis voor gemeenten nog makkelijker beschikbaar komt, dat gemeenten nog meer van elkaars ervaringen kunnen leren.

‘Dat geldt voor de pilot* natuurlijk precies zo. Wij hebben als drie pilotgemeenten veelvuldig contact met elkaar en dat is prettig en levert waardevolle informatie op. Als hopelijk straks nog meer scholen en gemeenten aan de slag gaan, hoop ik dat we die kennisuitwisseling nog verder kunnen vergroten.’

De opgedane ervaring en kennis zal in de gemeente zelf ook gebruikt worden. ‘Het doel is inderdaad om ook met de andere scholen in de gemeente in gesprek te gaan over hoe ze een gezonde leefstijl in beleid kunnen borgen en hoe je tot afspraken kunt komen met de voedselaanbieders in de buurt van de school.’

Beperk de tussenuren
Het Pieter Groen College, de deelnemende school, staat voor honderd procent achter de pilot. De Graaf: ‘Die instelling is nodig. Je moet een directie hebben die ambitieus is en volhoudt, het niet alleen op de agenda zet, maar ook houdt.’ Een van de uitdagingen van de school is: zorgen dat de leerlingen niet tussendoor weggaan, tijdens pauzes of tussenuren. ‘Je kunt dat doen door het te verbieden – en misschien dat dat voor de jongste groepen ook kan werken, maar je kunt ook nog eens extra kritisch naar de roosters kijken, er alles aan doen om het aantal tussenuren te beperken bijvoorbeeld. Dat is een van de dingen die de school doet.’ Maar het komt ook aan bod in de lessen zelf.

Sandra Leeksma geeft al 25 jaar les op het Pieter Groen College en is één van de stuwende krachten om gezond gedrag van haar leerlingen, op een positieve manier, te stimuleren. Mede door er heel concreet aandacht aan te besteden in haar lessen. ‘Met de gezonde broodtrommel bijvoorbeeld. De leerlingen nemen hun broodtrommel mee de les in. Gewoon met wat er altijd in zit. En dan gaan we kijken, vergelijken en met elkaar na wat gezondere alternatieven zouden kunnen zijn. En niet door met het vingertje te wijzen, want dan bereik je het tegendeel. Ik ben ervan overtuigd dat je gewoon moet laten zien en proeven hoe het ook kan. Door samen een gezonde broodtrommel samen te stellen bijvoorbeeld. Of door kooklessen. Gezond eten moet iets leuks zijn, geen straf.’

Cruciaal is volgens Leeksma dat gezond eten en drinken makkelijk beschikbaar is. Via het aanbod in de kantine, maar ook door watertappunten. ‘Die hebben we gelukkig en ze staan op handige plekken. En dat maakt het een stuk makkelijker om water drinken te bevorderen.’ Maar het begint wat Sandra Leeksma betreft allemaal met bewustwording. ‘Heel veel kinderen staan er helemaal niet bij stil wat er in hun eten zit, hoeveel suikers en hoeveel calorieën. En ze gaan echt niet uit zichzelf de etiketten bestuderen. Dus laat ik het ze uitzoeken. En ik laat ze zelf tot de conclusie komen dat er prima alternatieven zijn, die echt een stuk gezonder zijn en ook hartstikke lekker.'

Drie voedselaanbieders in de directe omgeving van het Pieter Groen College doen mee: de Albert Heijn, de Coop en een populaire viswinkel. ‘Alle drie bieden zij nu gezonde en aantrekkelijke combideals aan. Bij bepaalde veel verkochte ongezondere producten wordt een gezonde aanvulling aantrekkelijk gemaakt. Denk bijvoorbeeld aan een saucijzenbroodje mét een flesje water. Met als gevolg dat de leerling het flesje cola laat staan. Dat lijken misschien kleine stappen, maar al die stappen bij elkaar maken verschil.’

Belangrijk is ook dat de voedselaanbieders hun eigen keuzes kunnen maken, zelf kunnen experimenteren, bijvoorbeeld door de manier waarop gezondere producten worden gepresenteerd. ‘Daar leren we alleen maar van. En het is belangrijk dat de ondernemers echt zelf achter de keuzes staan.’

Community
De Graaf: ‘Wanneer de pilot geslaagd is? Eigenlijk ben ik nu al heel enthousiast over de ervaringen die we hebben opgedaan, de dingen die op school gebeuren, de steun vanuit de gemeente en het enthousiasme van de deelnemende voedselaanbieders. Maar het is denk ik echt een succes als we al die goede experimenten gaan volhouden, dat we stappen zetten voor de lange termijn. Dat we met elkaar blijven optrekken.’ Bouwen aan een community, noemt De Graaf het. ‘Dan kom ik ook weer terug bij de gemeente. Bij ruimtelijke projecten betrekken zij heel actief omwonenden en ook bedrijven en instellingen. Daarmee benadruk je ook dat we als Katwijkers samen onze omgeving vormgeven en dus ook de verantwoordelijkheid voor gezondheidsbevordering spreiden en delen. Zo houd je ook als scholen grip op wat er in de directe omgeving gebeurt. Samen maken we gezond gewoon.’

Drie belangrijke lessen uit Katwijk
1. Je zult in de (eet)omgeving van scholen altijd lastige kwesties blijven houden, zoals via ‘ambulante verkoop’. Kennisuitwisseling hierover tussen gemeenten is dus van groot belang.
2. Een gezonde eetomgeving creëren werkt het best als er echt een ‘community’ achterstaat. Daarin investeren zet zoden aan de dijk voor de lange termijn.
3. Voor de leerlingen begint het met bewustwording. Het is zaak daar steeds opnieuw aandacht aan te besteden in de lessen, elk schooljaar weer.

*In de JOGG-gemeenten Katwijk, Lelystad en Alkmaar deden in het afgelopen halfjaar de gemeente, één en soms meer scholen (middelbaar en mbo) en voedselaanbieders in de omgeving van die scholen mee aan een pilot Eetomgeving Scholen. Ondanks de coronabeperkingen werden waardevolle ervaringen opgedaan en lessen geleerd. In de pilot werd een driesporenbeleid getest. Spoor 1 is het spoor van de gemeente, spoor 2 betreft de directe (eet)omgeving van de scholen en in spoor 3 gaat het over wat op de scholen zelf plaatsvindt. In dit artikel zoomen we in op Katwijk.