Nieuwe onderwijscampus in Lelystad: hét moment om nu met beleid het verschil te maken!
Drie middelbare scholen in JOGG-gemeente Lelystad zijn afgelopen zomer verhuisd naar één spiksplinternieuwe onderwijscampus. Een complex met een grote capaciteit. Doordat het uit zeven losse subgebouwen bestaat die samen een ruime cirkel vormen, met veel groen in de directe omgeving, is de sfeer toch prettig en overzichtelijk. En een buitenkans natuurlijk als je een goede start wilt maken met een gezonde eetomgeving voor de leerlingen!
‘Het moet gewoon permanent op het netvlies blijven staan. Niet alleen bij de leerlingen en docenten, maar ook bij management en directie. Het moet iets van de hele school worden.’ Marleen Tibbe
JOGG-regisseur gemeente Lelystad
‘Helemáál nieuw is de locatie niet, de nieuwe school staat namelijk op een plek pal naast de plaats waar één van de drie oude scholen stond.’ Marleen Tibbe is werkzaam bij GGD Flevoland in de rol van JOGG-regisseur voor gemeente Lelystad en is blij dat de ambities bij zoveel partijen in de stad zo hoog zijn. Doordat de nieuwe school, het Porteum, dus vlakbij één van de oude (De Rietlanden) staat, kon daar een realistische ‘nulmeting’ worden gedaan van het voedingsaanbod op en rond de school, vanuit de oude situatie.
Leerlingen onderzoeken zelf
Leerlingen van een andere voormalige school, Scholengemeenschap Lelystad, kregen vorig schooljaar in het kader van het vak Onderzoek & Ondernemen een uiterst actuele en relevante opdracht: onderzoek het voedingsgedrag van je medeleerlingen. Wat eten ze? Wat kopen ze? Waar kopen ze het? Dat hebben ze onderzocht. Deze groep leerlingen heeft ook oplossingen bedacht voor wat voedselaanbieders kunnen doen om leerlingen te verleiden om gezonde(re) keuzes te maken. Dat traject liep dus al. Wij konden daar met de pilot* als JOGG-gemeente met de lokale JOGG-aanpak op aansluiten.’
‘Mede uit een overleg met de leerlingen van twee voormalige scholen, waaronder De Rietlanden, kon een top vijf van winkels en horeca worden gemaakt waar ze het vaakst kwamen. Daar zijn we vervolgens met de hulp van Greendish en het Voedingscentrum mee aan de slag gegaan, om vooral eerst die ondernemers te benaderen.’
Het werven van voedselaanbieders heeft best veel tijd en energie gevraagd. ‘Dat vind ik ook een belangrijke leeropbrengst van de pilot. Investeer in de relatie met voedselaanbieders om hen te binden aan dit verhaal. Men onderkent het belang wel, maar om de stap naar actie te zetten, daar is toch wel moed voor nodig.’
Zoeken naar mogelijkheden
De voedselaanbieders die meedoen maken daarbij hun eigen keuzes en je ziet ook dat de ene ondernemer verder wil gaan dan de andere. Of verder kán gaan dan de ander. Tibbe: ‘Winkels die onderdeel zijn van een landelijke holding hebben soms weinig speelruimte. Die zouden dus eigenlijk op een andere manier, misschien op landelijk niveau benaderd moeten worden.’ Toch ziet ze bij sommige grote ketens wel degelijk de bereidheid om naar mogelijkheden te zoeken. ‘De Subway bijvoorbeeld deed mee met aantrekkelijke combideals.’ En ook de Jumbo is heel ambitieus. ‘Zij gaan echt voor een koplopersrol. Ook zij werken met combideals, maar dagen de leerlingen ook actief uit, met een eigen campagne: make the switch! Zo experimenteren ze met een ‘jongerenschap’, waar ze naast de veel verkochte populaire artikelen gezondere alternatieven aanbieden.’ Op die manier, door te verleiden, dragen ze graag een steentje bij. Ook de Boni deed mee aan de pilot, onder meer met gezonde challenges.
Waardering
‘De gemeente Lelystad is ambitieus en wil graag grondig en duurzaam de integraliteit van de aanpak, en de borging, bespreken en regelen. Ze doen het liever goed en voor de lange termijn dan té snel. Maar omdat de bouw van de school heel snel vorderde en we echt meters wilden maken voor het begin van het nieuwe schooljaar is het ook een bewuste keus geweest ons in eerste instantie vooral te concentreren op spoor 2 en 3. Spoor 1 maakt nu een inhaalslag.’
Veelzeggend voor de steun vanuit de gemeente was het enthousiasme van de wethouder bij het officiële kick-offmoment op 20 mei toen de voedselaanbieders van start gingen. ‘Het is belangrijk dat deze ondernemers ook van de gemeente vernemen dat dit enorm gewaardeerd wordt. Veel supermarkten varen wel bij corona. Voor andere horecazaken geldt juist het tegenovergestelde. Het is mooi om te zien dat deze supermarkten hun verantwoordelijkheid nemen om de jeugd in Lelystad gezond te laten opgroeien.’
Geen traditionele kantine!
Tibbe: ‘Bij het ontwerp van het Porteum is er goed over nagedacht om het voor de leerlingen aantrekkelijk te maken er te verblijven. Tijdens tussenuren en pauzes kunnen ze in de gebouwen zelf of in de aangrenzende buitenruimtes prettig leren en ontspannen. Voor veel leerlingen is even naar de winkel gaan, even de stad in, even wat kopen een uitje. Dus is het belangrijk dat de school en het plein zélf aantrekkelijk zijn om te ontspannen.’
Heel bijzonder aan het nieuwbouwcomplex is dat er in geen van de gebouwen een traditionele kantine is. In plaats daarvan zijn er wel ruim voldoende automaten waar de leerlingen lekkere en gezonde producten kunnen kopen. ‘Dat wordt natuurlijk heel belangrijk, dat ze die goed weten te vinden. En daarom wordt het assortiment heel zorgvuldig samengesteld, in nauwe samenwerking met de Adviseur Eetomgevingen van het Voedingscentrum, maar ook met de leerlingen zelf.’ De cateraar Vending@Work had een plan voor de drank-, snack- en broodjesautomaten binnen de school. Het doel was om het assortiment vanaf de opening direct te laten voldoen aan het zilveren of wellicht gouden niveau van de Gezonde Schoolkantine door hun assortiment in te vullen in de Kantinescan.
Gezondheid blijft hoe dan ook pontificaal op de agenda staan. ‘Er is bijvoorbeeld een werkgroep Gezonde School die, begeleid door de Gezonde School-adviseur van GGD Flevoland, blijft werken aan het stimuleren van die gezonde omgeving, zaken tegen het licht houdt en nieuwe initiatieven blijft nemen.’ De werkgroep wordt gevormd door een aantal zeer enthousiaste docenten vanuit de drie oorspronkelijke scholen. Zij trekken op dit thema nu dus samen op. Dat deze werkgroep er is, is wat Tibbe betreft verstandig. ‘Het moet gewoon permanent op het netvlies blijven staan. Niet alleen bij de leerlingen en docenten, maar ook bij management en directie. Het moet iets van de hele school worden.’
Benieuwd
Vorig schooljaar was verre van ideaal om een dergelijke pilot te doen, scholen waren per slot van rekening deels gesloten. Tibbe is dan ook benieuwd hoe het de rest van dit schooljaar zal gaan. ‘Eigenlijk kunnen we nu pas goed gaan zien wat alle inspanningen bij de deelnemende voedselaanbieders teweegbrengen, nu de leerlingen weer hele dagen op school zijn en ze als vanouds tijdens tussenuren voor de keus staan: blijf ik op school, of ga ik de stad in? En ga ik dan nog even snel iets lekkers kopen ...’ Wat dat betreft zou de pilot als het aan haar ligt nog wat langer mogen duren, om een nog beter beeld te krijgen van de effecten van al die inspanningen in de drie sporen. ‘Spoor 1 en 3 lopen wel door, spoor 2 is spannend. Ik denk dat we met name op dat gebied veel met elkaar, binnen de lokale JOGG-pilot en samen met Greendish en het Voedingscentrum, moeten gaan uitwisselen, goede voorbeelden en aanpakken aan elkaar doorgeven.’
Drie belangrijke lessen uit JOGG-gemeente Lelystad
- 1. Investeer in de relatie met voedselaanbieders om hen te binden aan de ambitie om een gezonde eetomgeving voor jongeren te creëren. Men onderkent het belang wel, maar om de stap naar actie te zetten, daar is toch wel moed voor nodig.
2. Een permanente werkgroep Gezonde School kan er goed aan bijdragen dat de gezonde eetomgeving ook permanent op het netvlies blijft staan van docenten, management en directie. - 3. Het is belangrijk dat de gemeente haar waardering laat blijken aan de ondernemers die meedoen aan de pilot.
*In de JOGG-gemeenten Katwijk, Lelystad en Alkmaar deden in het afgelopen halfjaar de gemeente, één en soms meer scholen (middelbaar en mbo) en voedselaanbieders in de omgeving van die scholen mee aan een pilot Eetomgeving Scholen. Ondanks de coronabeperkingen werden waardevolle ervaringen opgedaan en lessen geleerd. In de pilot werd een driesporenbeleid getest. Spoor 1 is het spoor van de gemeente, spoor 2 betreft de directe (eet)omgeving van de scholen en in spoor 3 gaat het over wat op de scholen zelf plaatsvindt. In dit artikel zoomen we in op het praktijkvoorbeeld van JOGG-gemeente Lelystad.